De witkopalbatros is één van de grootste vliegende vogels ter wereld. Ze brengen bijna hun hele leven door boven de zee. Alleen om te broeden komen ze op het land, op rotsachtige eilanden voor de kust van Australië. Dan komen de vogels in grote groepen of kolonies bijeen en bouwen een nest van aarde, gras en wortels.
Een albatros legt elk jaar maar 1 ei, dat beide ouders uitbroeden voor meer dan 70 dagen. Als het kuiken uitkomt, zijn mama en papa albatros vijf maanden lang druk in de weer om het jong te voeden. Het liefst eten de dieren pijlinktvissen, maar ook vis en schaaldieren. Het duurt ook heel lang tot een jong van een albatros volwassen is. Pas als een vrouwtje acht jaar is, legt het haar eerste ei!
Elk jaar zijn er minder en minder jongen. Dat komt vooral door de opwarming van de aarde. Het weer boven de eilanden wordt warmer en het regent meer. Daardoor gaan de nesten die de albatrossen maken van aarde en gras kapot. Het ei van de albatros komt niet uit en vele jongen gaan dood. De witkopalbatros is bedreigd!
Dit jaar heeft WWF samen met de overheid van Australië 120 kunstmatige nesten geplaatst op de eilanden. Helikopters brachten de nesten naar de eilanden en mensen hielpen daarna om de nesten op de juiste plaats te zetten. De nesten zien eruit als de nesten die de albatrossen zelf maken, maar dan steviger. Ze kunnen niet wegspoelen door de regen.
Meer info lees je in het dossier ‘klimaatverandering’!