Wist je dat?
1 zoogdier op 4 is bedreigd.
Elke 13 minuten verdwijnt er ergens op de wereld een dier-of plantensoort.
Ook in België zijn er bedreigde dier en plantensoorten.
Heel wat dieren en planten zijn bedreigd omdat hun woongebied verdwijnt. Mensen kappen regenwouden, maken van bossen akkers en weiden en leggen grote moerassen droog. Zo verdwijnt het habitat (= woongebied) van veel dieren.
Daarnaast jagen mensen ook op dieren, ook als dat verboden is. Stropers doden olifanten en neushoorns voor hun slagtanden of hoorn, de tijger voor zijn huid. Zeeschildpadden raken vaak verstrikt in netten van vissers.
Ook de opwarming van de aarde (= klimaatverandering) is een probleem voor sommige dieren en planten. In bepaalde regio’s wordt het bijvoorbeeld te warm of te droog om te leven.
De dier- en plantensoorten in de groepen ‘kritiek (=ernstig bedreigd)’, ‘bedreigd’ of ‘kwetsbaar’ op de Rode lijst van de IUCN of Internationale Unie van Natuurbescherming noemen we ‘bedreigd’. Wetenschappers doen onderzoek naar de verschillende soorten om te bepalen tot welke groep de soort behoort en dus hoe ernstig die bedreigd is. Ze kijken onder andere op hoeveel plaatsen de soort voorkomt en hoeveel dieren er in totaal nog zijn van de soort.
WWF zorgt er mee voor dat er stukken natuur worden beschermd. Bijvoorbeeld, in deze natuurreservaten mogen mensen geen bomen en bamboe kappen en kunnen de dieren rustig leven.
Ook op politiek vlak is WWF actief. We praten en onderhandelen met regeringen en organisaties om goede wetten te maken die de dieren en hun omgeving beschermen. Omdat de dieren niet voor zichzelf kunnen opkomen, doet WWF dat voor de dieren!