Wist je dat?
Een hondshaai wordt ook zandhaai genoemd. Hij kan zich supergoed verstoppen in het zand.
Haaien zijn roofvissen. Maar ze hebben geen schubben!
Hondshaaien zien slecht. Ze jagen vooral met hun neus en hun elektrisch zintuig.
Een haai is een roofvis die ook in de Noordzee leeft. Maar geen paniek, onze haaien zijn niet gevaarlijk voor de mens! De meeste zijn heel klein. De kleinste haai van de Noordzee is de donkerbuiklantaarnhaai. De grootste is de reuzenhaai. Die kan wel 12 meter (!) groot worden, maar eet alleen plankton.
Toch is het heel moeilijk om haaien te zien. Ze zwemmen meestal diep in zee. De meest algemene haaien in onze Noordzee zijn de hondshaai, de kathaai en de gevlekte gladde haai.
Het lichaam van de hondshaai is glad en zandkleurig met veel donkere vlekjes. Zo kan hij zich goed verstoppen in het zand. De buik is grijswit. De hondshaai is ongeveer 80 cm groot en weegt 3 kg. De neusgaten en mond van de haai staan aan de onderkant van zijn kop.
Een hondshaai lijkt heel erg op… een kathaai. Grappig he! Er zijn wel enkele verschillen, zoals in de vorm van de bek van de haai. Bij een hondshaai lopen de neusflappen door tot aan de bek, bij een kathaai niet.
Dit filmpje toont heel mooi het verschil tussen een hondshaai en een kathaai!
Een hondshaai leeft meestal alleen. Je vindt hem vaak op de bodem. Daar jaagt hij ’s nachts op lekkere schaaldieren, schelpen en kleine visjes.
Een hondshaai ziet slecht. Gelukkig heeft hij een soort elektrisch zintuig. Daarmee kan hij de hartslag en de beweging van de kieuwen van zijn prooien ‘voelen’. Deze speciale elektrische cellen bij een haai vind je vooral op de kop. Ze heten de ‘Ampullen van Lorenzini’.
De meeste haaien in de wereld krijgen levende jongen. Bij de hondshaai is dat anders. Een vrouwtjeshaai legt een soort zakje met een eitje in. Daarin groeit de haai. Dat zakje noemen we een ‘eikapsel’.
Het eikapsel van een hondshaai is olijfkleurig, rechthoekig en heeft vier lange uitsteeksels. Daarmee zit het zakje vast aan een steen of aan wier. In het eikapsel groeit de jonge haai tot hij ongeveer 10 cm lang is. Dan is hij groot genoeg om alleen te zwemmen en komt hij door een scheur in het zakje naar buiten gekropen.
Met een beetje geluk kan je een leeg eikapsel vinden op het strand!
Haaien groeien traag en krijgen maar weinig jongen. Het duurt ook heel lang tot een kleine babyhaai groot genoeg is om zelf jongen te krijgen. Daardoor zijn haaien in de Noordzee zeldzaam. Sommige soorten zijn zelfs bedreigd, zoals de reuzenhaai. Met de hondshaai gaat het gelukkig goed. Hij is niet bedreigd.
Vissers in België vissen niet op haaien. Maar soms zitten er toch haaien in hun vissersnet als ze zoeken naar andere vissen. Dat noemen we ‘ongewenste vangst’. Dat is niet zo leuk, niet voor de dieren en ook niet voor de vissers! Ze laten de haaien dan zo snel mogelijk terug vrij in zee. Soms zijn de dieren toch gewond of zijn ze verzwakt en sterven ze.
Sommige haaien mogen vissers verkopen op de markt. Ook de hondshaai.