Wist je dat?
Een mierenegel heeft geen tanden.
Wanneer een vrouwtje wil paren, lopen er soms wel zes mannetjes in een treintje achter haar aan.
Een mierenegel loopt op zijn enkels. Zijn tenen zijn naar de achterkant of zijkant gericht, echt grappig!
De Australische mierenegel heeft een ruwe vacht die lichtbruin tot zwart van kleur is. Hij heeft een lange, buisvormige snuit en een tong die wel 18 centimeter lang kan zijn. Zijn rug staat vol met dikke en scherpe stekels. Hij lijkt een beetje op onze egel, maar is geen familie!
Wanneer een mierenegel zich bedreigd voelt, rolt hij zich op in een bolletje of graaft hij zich razendsnel in de grond. Zo is ook zijn buik beschermd!
De mierenegel trekt alleen rond, maar hij is helemaal niet agressief wanneer andere mierenegels in de buurt komen. Hij komt voor in heel Australië en kan overleven in alle habitats: Van regenwouden, tot woestijnen, tot lage berggebieden!
De mierenegel is een eierleggend zoogdier. Dat is best wel speciaal, want er bestaat maar één ander zoogdier dat eieren legt: Het vogelbekdier!
Wanneer moeder mierenegel een ei legt, krijgt ze even een buidel. Na tien dagen gebruikt het jong zijn speciale eitand om uit het ei te breken.
Net als andere zoogdieren, geeft ook de Australische mierenegel melk aan haar jong. De vrouwtjes hebben melkvelden, waarbij er druppeltjes melk op de vacht van de moeder komen. Het jong likt deze melk op om groot en sterk te worden. Wanneer zijn stekels scherp zijn geworden, verlaat hij de buidel. Zijn moeder zorgt voor hem tot hij één jaar wordt. Dan trekt hij zelf de wereld in!
De mierenegel eet, zoals zijn naam al verklapt, vooral mieren en termieten. Hij kan heel goed ruiken, zo gaat hij op zoek naar zijn maaltijd. De wetenschappelijke naam van de mierenegel betekent “Snelle tong”, omdat hij mieren razendsnel oplikt met zijn lange tong.
Een mierenegel heeft grote graafklauwen. Daarmee woelt hij de grond om op zoek naar lekkers. Dit grappige diertje kan ook heel goed rennen, klimmen en is een goede zwemmer!