Wist je dat?
In de steppes valt er 25 tot 50 cm regen per jaar. Dat is niet voldoende om bomen te laten groeien.
De grootste steppe is de Euraziatische steppe. Die loopt van Hongarije tot China.
In de steppes is het heel warm in de zomer en heel koud in de winter.
Je vindt steppes op heel veel plaatsen op aarde: in Europa, in Noord- en in Zuid-Amerika, in Australië, in Azië en in Zuid-Afrika. Elk van die streken heeft een verschillend klimaat.
Hoeveel steppes zijn er? Er zijn hoofdzakelijk drie grote steppes. In de Euraziatische steppes, die dus in Azië en in Europa liggen, is het echt heel warm en droog. Dat is bijna een woestijn! Er zijn ook steppes in Noord-Amerika. Die worden de Grote Vlakte (of Great Plains in het Engels) genoemd en het kan er heel koud zijn, vlak bij Canada of heel warm, vlak bij Texas. En dan is er ook nog de steppe in Zuid-Amerika, die pampa wordt genoemd. Daar woekeren heel veel branden en daardoor groeit er alleen maar laag gras.
Wel neen, in de steppes staan er bijna geen bomen. Het typische aan een steppe is dat het er heel droog is. Daardoor vinden de planten er dus niet veel water in de bodem. Alleen xerofiele planten (die bijna geen water nodig hebben) en stekelachtige planten als cactussen kunnen er overleven. In de steppes waar het echt niet vaak regent, staat zelfs het gras verspreid in toefjes. Op die manier heeft het gras wat ruimte om zo veel mogelijk water uit de grond te halen. De wortels van de planten gaan echt heel diep om te kunnen drinken.
Je kan je wel voorstellen dat de dieren zich hebben moeten aanpassen om in zo’n omstandigheden te kunnen leven! In de steppes kan je grote planteneters of herbivoren zien, die zich heel ver kunnen verplaatsen om hun voedsel te zoeken, zoals bijvoorbeeld gazelles en antilopen. Er zijn ook knaagdieren zoals hamsters, prairiehonden en konijnen, of ook woestijnvossen en steppevossen. Opgelet waar je je voeten neerzet! Er leven ook hagedissen en slangen in de steppes.”
De mensen neemt steeds meer oppervlakte van de steppes in beslag: steppes met een gunstig klimaat zijn graanvelden geworden en de vlaktes met een minder goed klimaat worden gebruikt als weiland voor het vee. Op die manier vernietigt de mens het planten- en het dierenleven in de steppes voor zijn eigen belang.