Wist je dat?
De olifanten uit Jungle Book zijn Aziatische olifanten.
Aziatische olifanten worden in het wild gemiddeld 60 jaar oud.
Een Aziatische olifant eet per dag ongeveer 150 kilogram planten en vruchten!
De een leeft in Afrika en de ander in Azië; dat is waar! Maar er is meer. Een Aziatische olifant heeft kleinere oren dan een Afrikaanse olifant. Zijn hoofd heeft twee bulten en zijn rug is een beetje bol. Als je in de slurf kijkt van de olifant zie je maar ‘één vinger’, een Afrikaanse olifant heeft twee ‘vingers’ in zijn slurf. Er bestaan vier types (ondersoorten) van Aziatische olifanten, die elk op een andere plaats in Azië leven. De Indische is de meest algemene, de Borneo dwergolifant is de meest zeldzame. Hij leeft alleen op het eiland Borneo.
Bij de Aziatische olifanten hebben alleen de mannetjes slagtanden, en niet eens allemaal. De vrouwtjes van de Aziatische olifanten hebben kleine tanden, die je bijna niet kan zien. Aziatische olifanten zijn heel sociaal. Ze leven in kuddes van vrouwtjes en hun jongen. Een ouder vrouwtje leidt de familiegroep. De mannetjes leven apart of in kleine groepjes.
Mensen in Azië gebruiken de olifant als lastdier. Net zoals de boeren bij ons vroeger paarden en ezels gebruikten. De olifanten zijn reuzesterk en trekken zware karren voort en helpen huizen te bouwen. Ook in het bos kunnen de olifanten helpen. Met hun sterke slurf trekken ze de zware boomstammen uit het bos. Net een tractor, maar dan zonder benzine! De olifanten maken het bos ook minder kapot dan wanneer een grote tractor erdoor rijdt.
In Azië wonen heel veel mensen. Dat is een groot probleem voor de olifanten. De mensen hebben voedsel en ruimte nodig en kappen bos om landbouwgebied van te maken. Het bos van de olifanten wordt daardoor steeds kleiner.