Wist je dat?
De Aziatische weversmier is de kampioen in gewichtheffen. Hij kan tot 100 keer zijn eigen gewicht dragen!
In België leven ongeveer 76 soorten mieren.
Alleen de koningin en de mannetjes van mieren hebben vleugels. De werksters niet.
Mieren zijn insecten. Hun lichaam bestaat uit drie delen: een kop met geknikte voelsprieten, een borststuk met zes pootjes en een rond achterlijf. Mieren zijn dichte familie van de bijen en wespen. Dat kan je zien: ze hebben net zo een dunne ‘wespentaille’!
Mieren vind je overal op de wereld, behalve op Antarctica, in het noordpoolgebied en op enkele verre eilanden. Er zijn wereldwijd meer dan 12.000 soorten mieren. Zot!
Mieren zijn heel sociaal. Ze leven steeds in een grote groep (of een kolonie) en helpen elkaar bij het zoeken naar voedsel of het maken van een nest.
Een kolonie mieren bestaat uit :
De meeste mieren die je ziet zijn werksters. Heb je ooit al eens naar een mierennest gekeken? Het is een drukte van jewelste. Alle mieren hebben een eigen rol of functie. Er zijn werksters die op zoek gaan naar voedsel. Andere werksters bewaken de ingang van het nest. Nog andere zorgen voor de larven. Wat een organisatie!
Als twee mieren elkaar ontmoeten, raken ze elkaar met de voorpoten aan. Met hun voelsprieten gaan ze heen en weer en kloppen zachtjes op elkaar. De voelsprieten van mieren staan vol speciale haartjes. Zo kunnen ze goed ‘voelen’ wat er op hun pad komt.
Praten of communiceren doen mieren ook via speciale geurstoffen of feromonen. Elke kolonie mieren heeft een eigen geur of parfum. Zo herkennen ze een mier van een andere groep. Mieren kunnen ook een speciaal ‘geurspoor’ maken van hun nest naar een plaats met veel eten. Dat is gemakkelijk!
Eén keer per jaar, op een warme en windstille zomerdag, vliegen de nesten mieren samen uit. Dat noemen we de bruidsvlucht. De vliegende mieren bestaan uit honderden mannetjes en een tiental koninginnen. Die vliegen in een grote zwerm in de lucht en gaan op zoek naar een andere zwerm vliegende mieren. Gevonden? Dan paren ze.
Na de paring vallen de mannetjes dood op de grond, de koninginnen bijten hun vleugels af en kruipen in de grond. Ze maken een nieuw nest en een nieuwe kolonie. Uit de eitjes die de koningin legt komen veel werksters.
De meeste mieren in onze tuin zijn ‘zwarte mieren’. Hun andere naam is gewone of zwartbruine wegmier. De werksters zijn 3 tot 5 mm groot en elk mierennest heeft één koningin.
Die ken je vast ook wel. De echte naam van de ‘rode mier’ is rode of . Een kolonie bestaat uit zo een 20.000 werksters en ongeveer 600 koninginnen. Rode mieren zijn best agressief en kunnen bijten. Opletten!
Bosmieren zijn grote mieren (ongeveer 1 cm) die leven in onze bossen. Ze maken een hoge mierenhoop. In die hoop zit hun nest. Bosmieren zijn echte krachtpatsers. Eigenlijk bestaan er verschillende soorten bosmieren, maar is het heel moeilijk om ze te herkennen.
Deze mieren leven in de tropen. Ze snijden met hun kaken stukjes uit bladeren en bloemen. Een andere naam voor parasolmier is de bladsnijdermier. De mieren dragen de bladeren in een lange stoet naar hun nest onder de grond. Net of ze een parasol dragen! De schimmels die op de bladeren groeien, geven de mieren aan hun larven. Wat slim!
Deze mieren hebben geen nest, maar trekken in een enorm leger van de ene naar de andere plaats. Een kolonie trekmieren kan uit wel 15 miljoen mieren bestaan! Het zijn echte roofdieren. Insecten en andere kleine dieren die ze op hun pad tegenkomen, eten ze op.
Het is een personage uit de film 'Minuscule 2: het tropisch avontuur'.