Wist je dat?
De gewone dwergvleermuis is zo klein dat hij in een luciferdoosje past.
Een dwergvleermuis eet honderden muggen per nacht.
De vleugel van een vleermuis bestaat uit ‘levend materiaal’ met pezen en bloedvaten. Als er een klein scheurtje in komt, kan het terug groeien.
De dwergvleermuis is een nachtdier die in de buurt van dorpen en steden woont. Je vindt hem meestal onder dakpannen van huizen, in een klein spleetje in de muur of in een boomholte. Als de zon ondergaat, komt de dwergvleermuis tevoorschijn. Hij jaagt in tuinen, boven vijvers of beekjes of rond een lantaarnpaal en gaat op zoek naar lekkere insecten. Een dwergvleermuis is een echte muggenvanger, hij eet honderden muggen per nacht.
Tijdens de winter zijn er maar weinig insecten. Om geen honger te hebben, gaat de vleermuis in winterslaap. Hij hangt met zijn kop omlaag en gaat in een heel diepe slaap. Zijn lichaamstemperatuur wordt lager en zijn hart klopt minder snel. Zo verliest hij geen energie.
Dwergvleermuizen overwinteren het liefst in gebouwen, zoals onder dakpannen. Grotten vinden ze maar niets. In tunnels en in spleten onder een brug kan je in de winter soms grote groepen slapende dwergvleermuizen vinden. Je mag een vleermuis tijdens zijn winterslaap niet storen! Wakker worden en vliegen vraagt veel energie. Omdat er in de winter maar weinig eten is, wordt de vleermuis elke keer hij wakker wordt zwakker…