Wist je dat?
De voorvader van de huiskat is de Afrikaanse wilde kat.
We noemen de wilde kat ook wel de boskat.
De wilde kat maakt soms een nest in een holte tussen boomwortels.
De Europese wilde kat lijkt heel erg op een huiskat. Hij is wel een stuk groter en heeft een dikkere kop. Typisch is zijn dikke staart met een zwarte stompe punt. Op de staart staan drie tot vijf zwarte ringen en op de rug loopt een donkere streep. Met de strepen op zijn kop en nek lijkt hij net een kleine ‘tijger’. Grrrr…
Een wilde kat is heel schuw en leeft vooral ’s nachts. Daarom is het heel moeilijk om hem te zien. Hij leeft het liefst op zijn eentje. Veel mensen weten ook niet dat de wilde kat bestaat en verwarren hem met een grote huiskat. Toch gaat het om een andere soort.
Wilde katten kunnen goed klimmen met hun scherpe nagels. Het zijn ook uitstekende jagers. Vanaf de avond tot de vroege ochtend gaan ze op jacht het bos en langs weiden, op zoek naar muizen, vogels en kleine knaagdieren. Ze spelen het liefst van al… een kat-en-muis spelletje!
Wilde katten leven in bossen en jagen in graslanden in de buurt van het bos. In ons land leven de meeste dieren in het Zuiden, in Wallonië. Maar eigenlijk weet niemand hoeveel er zijn en waar ze precies leven. Dat komt omdat het zo moeilijk is om ze te zien! In Vlaanderen kan je de wilde kat alleen in sommige delen van Limburg zien.
WWF doet een project in België om de wilde kat te helpen. Met wildcamera’s onderzoeken we waar de dieren leven. Net als in andere landen, bijvoorbeeld Duitsland, wil WWF verschillende stukken bos waar de wilde kat leeft met elkaar verbinden. Zo heeft dit zeldzame dier een groter leefgebied en is het gemakkelijker om een partner te vinden.