Wist je dat?
In de middeleeuwen kregen bruinvissen een andere naam: water- of zeevarkens!
De bruinvis kan uit het water springen, maar doet dit bijna nooit.
Bruinvissen kunnen tijdens de jacht tot 23 km/uur zwemmen.
Bruinvissen of rondsnuitdolfijnen zijn kleine tandwalvissen. Ze hebben een ronde kop. Dat is anders dan die spitse dolfijnensnuit! Er bestaan zes soorten bruinvissen in de wereld. In onze Noordzee leeft de gewone bruinvis! Deze soort heeft een donkergrijze rug en een héél witte buik. Ze leven meestal alleen of in kleine groepen samen.
Als ze niet bruin zijn, en het zijn ook geen vissen… waarom noemen we ze dan bruinvissen? Vroeger noemden de mensen alle dieren in zee ‘een vis’. Hadden ze een donkere kleur dan stond er ‘bruin’ in de naam. Het blijft dus een gekke naam!
Net als dolfijnen hebben bruinvissen een zesde zintuig, namelijk ‘echolocatie’. Bruinvissen maken klikgeluiden die zo hoog zijn, dat wij ze niet meer kunnen horen. Die geluiden helpen bij het jagen op kleine visjes en inktvissen.
Soms eet de bruinvis ook visjes die leven op de zeebodem zoals grondels, kleine platvissen en garnalen.
De bruinvis leeft al heel lang aan de Noordzeekust. Toch was hij 70 jaar geleden bijna niet meer te vinden. Dat kwam door de visvangst en grote hoeveelheden gifstoffen die in de zee terechtkwamen. Gelukkig is het ondertussen al veel beter! Er leven nu ongeveer 250.000.000 bruinvissen in de Noordzee.
Toch spoelt er soms een dode bruinvis aan op het strand. Door de visvangst zijn er veel dieren die verstrikt raken in visnetten en verdrinken. En er zijn nog meer gevaren, zoals vervuiling en overbevissing. We moeten dus nog steeds opletten!