Wist je dat?
Het dier kreeg de naam ‘Tasmaanse Duivel’ vanwege de hoge schreeuwen.
De mensen van Tasmanië dachten ooit dat deze geluiden van demonen afkomstig waren, omdat ze zo griezelig klinken.
Geboorte
Het vrouwtje baart 20 of zelfs 40 jongen in één keer!
Grote kaken
Ondanks de kleine gestalte, heeft de Tasmaanse duivel enorm krachtige kaken. Zo krachtig dat ze botten kunnen verbrijzelen!
Vroeger leefde dit kleine buideldier met de bouw van een kleine hond en de kop van een knaagdier in grote getallen op het Australische continent. Het dier heeft de inheemse bevolking lang gefascineerd en gealarmeerd met zijn griezelige kreten, maar wees gerust, voor de mens is er geen gevaar! De Tasmaanse duivel heeft moeilijke tijden achter de rug door de verschijning van de dingo, een door de mens geïntroduceerde wilde hond, ziekten en menselijke activiteiten zoals de jacht bijvoorbeeld. Met dit artikel willen we de aandacht vestigen op dit ongewone dier!
Dit buideldier is vernoemd naar het eiland Tasmanië, maar hij heeft niet altijd uitsluitend in Tasmanië geleefd. Er waren populaties verspreid over het hele Australische continent. Toen de Nederlandse ontdekkingsreiziger Abel Tasman (1603 - 1659) in 1642 Australië ontdekte, besloten vele ontdekkingsreizigers om er te blijven wonen. Ze installeerden zich samen met hun huisdieren, onder andere dingo’s en vossen. Dit zijn leuke dieren, maar horen eigenlijk niet thuis in Australië. In de loop der tijd zijn de Tasmaanse duivels het slachtoffer geworden van de vossen en dingo’s, allebei roofdieren. Ze zijn toen bijna volledig verdwenen. Enkel de populatie op het eiland Tasmanië (vernoemd naar de ontdekkingsreiziger Abel Tasman) bleef overleven, want de vossen en dingo’s konden de oceaan niet oversteken.
De Tasmaanse duivel heeft een buidel, net zoals koalas, kangoeroes, wombats en buidelratten. Het is een klein dier met dik zwart haar, een witte streep en vlekken op zijn rug en borst. Hij heeft ook een staart in de vorm van een worstje die hij gebruikt om vet op te slaan op dagen dat hij niets te eten kan vinden. Bovendien is hij in staat grote hoeveelheden voedsel in te slikken: tot wel 10% van zijn gewicht! Hoe meer hij eet, hoe groter en voller zijn staart wordt. Dit is een goed teken, want een volle staart geeft aan dat de Tasmaanse duivel in goede gezondheid verkeert.
Hij is solitair (is het liefst alleen), leeft 's nachts en zoekt dan zijn maaltijden. Zijn snorharen helpen hem zijn weg te vinden en de aanwezigheid van andere Tasmaanse duivels en voedsel op te merken in het donker. Hij is erg vraatzuchtig en eet buidelratten, kleine kangoeroes en wombats. Overdag gaat hij in zijn hol liggen om te slapen.
Het vrouwtje is 31 dagen zwanger. Ze draagt vaak 20 baby's in haar buik, soms zelfs 40! Helaas overleven er meestal slechts 4 tot 5 baby's. Het is een echte race tegen de klok: de baby’s worden klein, haarloos, doof en blind geboren. Elk van hen probeert zich vast te klampen aan de tepels van de moeder om te kunnen drinken en groeien. Ze ontwikkelen zich gedurende drie maanden in de buidel. Daarna verlaten ze de buidel en blijven nog een tijdje in het hol, en dan zijn ze vanaf ongeveer 6 maanden op zichzelf aangewezen. Tijdens hun jeugd klimmen ze graag in bomen of zwemmen ze, om te ontsnappen aan roofdieren zoals arenden of uilen en soms zelfs grotere roofdieren! Er zijn veel risico’s voor de kleintjes.
Maar dat was niet altijd zo. Vroeger had de Tasmaanse duivel concurrentie! Vijfentachtig jaar geleden was er namelijk ook de nu uitgestorven Tasmaanse tijger.
Iedereen weet dat kanker een vreselijke ziekte is, en helaas ontsnappen de Tasmaanse duivels er ook niet aan. Sinds de jaren 1970 en 1980 worden Tasmaanse duivels getroffen door kankergezwellen. De kanker is zeer besmettelijk, het wordt overgedragen via beten of wonden, bijvoorbeeld wanneer een groep dezelfde prooi deelt. De ziekte breidt zich dan uit tot in het gezicht en de bek van het dier, waardoor het zich niet meer goed kan voeden en sterft. Wetenschappers zijn op zoek naar een vaccin om het te kunnen genezen. Het is al gelukt om de ziekte minder besmettelijk te maken tussen soortgenoten.
Verder is, zoals bij vele dieren, de mens ook een belangrijke bedreiging. Door de activiteiten van de mens wordt het leefgebied van de Tasmaanse duivel steeds kleiner. Daarnaast vormen adelaars of uilen ook een gevaar voor de baby duiveltjes. Als de Tasmaanse duivel zich bedreigd voelt, verspreidt hij een erg vieze geur.
De Tasmaanse duivel staat op de rode lijst van bedreigde diersoorten (IUCN). Het is al sinds 1941 een beschermde diersoort. Momenteel zijn er zo’n 15000 diertjes.